Dat confrontatie met kanker me nog erg emotioneel kan maken bleek vandaag weer. Ik had net boodschappen gedaan bij de supermarkt toen ik een vrouw zag praten met een andere vrouw. Deze vrouw zag er zo kankerig uit dat ik er een beetje van schrok. Ze probeerde het te verbergen, of was het tegen de kou?
De dame in kwestie droeg een grijze pet. Niet zo'n Amerikaans baseballmodel, maar zo'n pet die je opa vroeger gedragen zou kunnen hebben. Aan de zijkant, net boven haar oor zag ik dat ze kaal was. Daardoor schoot de associatie met kanker me te binnen. Direct daarna schoten er, tot mijn eigen verbazing, tranen in mijn ogen. Tot aan huis probeerde ik het vocht weg te slikken, mezelf afvragende waarom ik de behoefte had om te huilen. Ik weet het niet zeker, zag ik mezelf weer ellendig lopen, kaal zonder pruik met Buffs? Kwam het ineens te dicht bij, kon ik me er niet op tijd voor afsluiten? Maakte ik me weer zorgen omdat mijn borst zo pijnlijk is en de verharding (van operatie/bestraling) groter lijkt te zijn geworden? Probeerde ik me haar thuis voor te stellen: pet af, boodschappen opruimen en dodelijk vermoeid terug in bed kruipen. In een reflex had ik haar willen aanspreken, ze was (gelukkig) al in gesprek. Deze onbekende vrouw met haar kale hoofd onder die grijze pet maakte me in ieder geval aan het huilen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten